OpenAI heeft een federale rechter gevraagd om bepaalde delen van de auteursrechtszaak van The New York Times te laten vallen. Ze beweren dat de krant iemand heeft betaald om ChatGPT en andere kunstmatige intelligentiesystemen te hacken om misleidend bewijs te creëren.
In een verklaring bij een federale rechtbank in Manhattan op maandag beweerde OpenAI dat The NYT technologie heeft ingezet om inhoud te repliceren via “misleidende prompts die in strijd zijn met de gebruiksvoorwaarden van OpenAI.”
OpenAI heeft er bewust voor gekozen om de individu die zij beweren dat The NYT heeft ingeschakeld om haar systemen te manipuleren niet bij naam te noemen, om beschuldigingen van schending van anti-hack-wetten te vermijden.
In de verklaring stelt OpenAI: “De beschuldigingen in de klacht van de Times voldoen niet aan haar bekende strenge journalistieke normen. De waarheid, die in deze zaak aan het licht zal komen, is dat de Times iemand heeft betaald om de producten van OpenAI te hacken.”
De advocaat van de krant, Ian Crosby, ontkent dat er sprake is van hacken en beweert dat OpenAI’s bewering slechts een poging is om bewijs te vinden van de vermeende diefstal en replicatie van het auteursrechtelijk beschermde werk van The NYT.
In december 2023 is The NYT een juridische procedure gestart tegen OpenAI en diens voornaamste financiële sponsor, Microsoft. De rechtszaak beweert het ongeautoriseerde gebruik van miljoenen artikelen van de NYT om chatbots te trainen die informatie aan gebruikers verspreiden.
Disclaimer: Dit artikel betreft actueel nieuws en bevat geen financieel advies van welke aard dan ook.